Onderwerpen ouderschapsplan

Hier vindt u de onderwerpen voor uw ouderschapsplan. Dit is een hulpmiddel om tot afspraken in het ouderschapsplan te komen.

De verplichte onderwerpen in het ouderschapsplan

onderwerpen ouderschapsplan

een hulpmiddel bij het opstellen van een ouderschapsplan na scheiding

a. de verdeling van de zorg (zie punt 1 en 2)
b. overleg tussen de ouders (punt 3)
c. regeling van de kosten van de kinderen (punt 4).

Naast deze punten kunnen andere onderwerpen geregeld worden (zie vanaf punt 5 hierna).

1. Zorgverdeling

Hoe worden de doordeweekse dagen en de weekenden verdeeld? Valt de verantwoordelijkheid voor de kinderen hiermee samen? (wie haalt het kind op als het ziek wordt, als de juf ziek is, als er een ATV-dag is van de onderwijzer etc.).

Hoe regelt u de overdracht van het kind?
NB Het kan handig zijn om de overdracht ‘via school’ te laten lopen: de ene ouder brengt en de ander haalt, waardoor er minder confrontaties tussen de ouders zijn. Voor het kind ontstaat zo een vrij natuurlijke overgang van de ene naar de andere ouder.
Er zal dan nog wel een afspraak gemaakt moeten worden over het heen en weer brengen van spullen (optie: de-heen-en-weer-tas).

K
an er incidenteel afgeweken worden van het rooster?
NB het is vaak prettig om in de eerste periode niet te veel af te wijken. Iedereen heeft dan de gelegenheid om te wennen en er is minder onderling overleg nodig.Wie is verantwoordelijk voor opvang als je volgens het rooster aan de beurt bent en je kunt niet? Vraagt u eerst of de andere ouder kan? En zo ja, mag deze dan zonder opgave van redenen weigeren? Of zoekt u zelf een oppas? En informeert u de andere ouder daarover?

Hebben de kinderen de vrijheid om de andere ouder te bezoeken? Of om hem/haar te bellen? Wijze van bereikbaarheid van ouders (voor elkaar, voor de kinderen, voor derden/oppas).

Stel dat één van de ouders naar een andere plaats verhuist, wat betekent dat voor de zorgregeling?

Voor welke verjaardagen/bijzondere gebeurtenissen is een uitzondering op de zorgregeling wenselijk? NB Probeer het aantal uitzonderingen beperkt te houden.

Wellicht is een digitale agenda handig (bijvoorbeeld een google-agenda).

2. vakantie en feestdagen: hoe worden deze verdeeld?

De verschillende vakanties zijn:
– zomer (6 weken) (middelbare school: vaak 7 of 8 weken geen school)
– herfst (1 week)
– kerst (2 weken)
– voorjaar (1 week)
– mei/tulp (1 of 2 weken)

Feestdagen (en weekenden rondom) :
Goede vrijdag/Pasen
Pinksteren
Hemelvaart
Kerst/Oud en Nieuw

Bijzondere dagen:
Vaderdag/Moederdag
Verjaardagen (kinderen, ouders, grootouders, anderen?)
Sinterklaas
Offerfeest/Suikerfeest

Een voorbeeld van een regeling van de zomervakantie: ieder 3 weken zomervakantie, vader in even jaren eerste keus of eerste drie weken, moeder in oneven jaren eerste keus of eerste drie weken. De vakantie begint op vrijdag na school en loopt tot vrijdagmiddag 16:00 uur van het laatste weekend voor school weer begint.

Wanneer maakt u afspraken over de vakanties en feestdagen? In september als de schoolgids verschijnt?

Loopt het gewone rooster door als niemand op vakantie gaat?

NB Bij het plannen van de vakanties is ook van belang na te denken over hoelang de kinderen (mede gelet op hun leeftijd) zonder de andere ouder kunnen zijn.
Een ander punt om aan te denken is of de kinderen het fijn vinden om tijdens vakantie ook tijd thuis te hebben. Het aantal vakanties elders neemt voor kinderen met gescheiden ouders immers sterk toe.

NB Het is vaak praktisch om extra vrije dagen, zoals Tweede Paasdag aan het betreffende weekend te koppelen.

Mogen kinderen met derden op vakantie? Mogen ze weekenden bij anderen doorbrengen?
Hoe beslissen jullie hierover?

3. Onderwerpen ouderschapsplan: Overleg tussen ouders

Voor de dagelijkse dingen kun je per telefoon, mail of WhatsApp communiceren.
Je kunt daarnaast afspreken om ééns in de zoveel tijd bij elkaar te komen om samen te bespreken hoe het gaat met de kinderen, bij voorkeur buiten hun aanwezigheid.
NB Denk je dat het (nog) lastig is om samen af te spreken, spreek dan af in een restaurant. De omgeving dwingt je om het rustig te houden.

Scholen zijn vaak bereid om beide ouders informatie via mail toe te sturen.

4. Kosten van kinderen

Hebt u een idee wat de kosten van uw kind zijn? Mogelijk kunt u aan de hand van bankafschriften een inschatting maken. Dat kan waarschijnlijk in ieder geval voor een aantal grotere kostenposten (school, sport, muziek). Het Nibud geeft praktische informatie op Nibud.nl

De rechtbank hanteert een rekenmodel waarbij de kosten van de kinderen afhankelijk zijn van de leeftijd van het kind, het aantal kinderen in het gezin en het gezinsinkomen. Ook voor het bedrag dat iedere ouder kan bijdragen aan de kosten van een kind is een model beschikbaar. wordt via een model berekend.
In de mediation zijn de kosten van een kind een belangrijk onderwerp. Het rekenmodel van de rechtbank komt daarbij uiteraard aan de orde.
Het is mogelijk om een kinderrekening te openen: een en/of-rekening waar beide ouders gebruik van kunnen maken. Een andere optie is dat één ouder de uitgaven van de kosten regelt en dat de andere ouder kinderalimentatie betaalt.

Wie beheert de spaarrekening van het kind?
Wat spreekt u af over de hoogte van het zakgeld en wie betaalt het zakgeld?
Hoe maakt u afspraken over grotere uitgaven voor de kinderen, zoals een fiets, laptop of muziekinstrument.

Op welke naam staat de kinderbijslag (vader of moeder); op welke rekening wordt de kinderbijslag gestort?
Zijn er afspraken over studiegeld?
Welke ziektekostenverzekering zal gelden voor de kinderen? NB Kijk hierbij ook naar wat er vergoed wordt en wat niet. Denk aan kosten voor orthodontie!

Ouders zijn volgens de wet tot het 21e jaar van het kind verplicht om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud.

5. Onderwerpen ouderschapsplan: Huisregels

In hoeverre wilt u de huisregels met elkaar afstemmen?

Bijvoorbeeld: bedtijden, hoelang lezen in bed, welke programma’s wel of niet, hoelang tv/computer per dag, hoeveel snoep, een autogordel/kinderstoeltje, fietshelm bij fietsen etc.
En voor later: (wanneer) mag een vriendje/vriendinnetje blijven slapen? Welke afspraken gelden er voor uitgaan? Afspraken over drank en drugs: wat wel en wat niet, welke leeftijdsgrens?

Bijbaantjes: wat kan wel en niet en vanaf wanneer?
Begeleiding bij huiswerk. Studiebegeleiding door derden?

Zijn er onderwerpen waarover een ouder zich zorgen maakt?

6. Uiterlijke verzorging

Denk hierbij aan: kapper, kleding, piercings, tatoeages.
Wie beslist: in overleg, of na overleg, hoe wordt het kind in het overleg betrokken?
Wanneer krijgt een kind kleedgeld?

7. Onderwerpen ouderschapsplan: School

Onderwerpen die hierbij van belang zijn: Schoolkeuze, bezoek ouderavonden, tien-minuten-gesprekken, afspraken over het doorgeven van informatie die je van school krijgt (rapporten, info over sportdagen etc.).
Het is vaak prettig om af te spreken dat alleen de ouders naar bijvoorbeeld tienminuten gesprekken gaan, gesprekken waarin over het kind wordt gesproken. Een derde kan alleen aanwezig zijn als de andere ouder toestemming geeft.

8. Sport en muziek

Hoe wordt een keuze gemaakt? Mag er gewisseld worden lopende het schooljaar?

Hoeveel “clubjes” per kind?

9. Afspraakjes/feestjes en dergelijke

Brengt u elkaar op de hoogte van feestjes van vriendjes? Wie koopt een cadeautje?

Hoe regelt u andere afspraken met vriendjes/hun ouders, denk ook aan sporttoernooien etc.

Wat spreekt u af over de (kinder)feestjes van uw kind? Doet u dat samen, of wisselt u elkaar af? Komt de ene ouder bij de andere op bezoek als een kind jarig is?

Is er overleg over cadeaus aan de kinderen? (wel of niet iets samen geven/waarde/aantal cadeaus).

Wat spreekt u af over uw eigen verjaardag?

10. Belangrijke onderwerpen

Denk hierbij aan keuzes in geloof of levensovertuiging, maar ook aan informatie die je kinderen wilt geven, bijvoorbeeld seksuele voorlichting.

Nieuwe partner van één van de ouders: wanneer vertelt u dit aan uw kind? En informeert  eerst de andere ouder? Het is denkbaar om bijvoorbeeld niet eerder dan na drie maanden een nieuwe partner bij de kinderen te introduceren en tot die tijd toevallige ontmoetingen te voorkomen.
NB Als u een nieuwe partner krijgt: probeer ook zonder die partner tijd met uw kind door te brengen.

Heeft een nieuwe partner ook iets te zeggen over de opvoeding van jullie kinderen? Hierbij zal het waarschijnlijk verschil uitmaken of er al dan niet sprake is van samenwoning. En ook maakt het verschil of die nieuwe partner ook eigen kinderen heeft die deel uitmaken van het gezin.

11. Medische zorg

Bijzondere en belangrijke besluiten (medische ingrepen): hoe beslis je?
Kleinere besluiten (tandarts/dokter/inentingen/kinderziekten).
Toediening medicijnen, gebruik van alternatieve geneeswijzen.

12. Paspoort/identiteitsbewijs/reizen

Een paspoort voor een minderjarige is vijf jaar geldig. Beide ouders met gezag dienen in te stemmen met de aanvraag van een nieuw paspoort. Dit geldt tot het 18e jaar van het kind.
Kinderen van 12 jaar en ouder kunnen zelf een identiteitskaart aanvragen; zij hebben daarvoor geen toestemming van hun ouders nodig.
Een kind is verplicht vanaf zijn 14e jaar een identiteitsbewijs bij zich te dragen.

NB Bij een paspoortcontrole op Nederlands grondgebied heeft de Koninklijke Marechaussee toegang tot de Basisregistratie Personen (BRP) en het Centraal Gezagsregister. Daarin kan de Koninklijke Marechaussee bij twijfel nagaan of u de ouder van het kind bent en of u het ouderlijk gezag heeft.
Voor een vakantie naar het buitenland met uw kind heeft u toestemming van de andere ouder nodig. Zie over dit onderwerp mijn blog Toestemming voor vakantie na scheiding.

13. Gezag na overlijden

Als een ouder met gezag heeft overlijdt, zal het meestal zo zijn dat de andere ouder alleen het gezag krijgt. Die ouder zal voortaan bevoegd zijn om alle beslissingen te nemen.
U kunt in het gezagsregister bij de rechtbank eenvoudig laten aantekenen wie u met het gezag belast wil zien bij overlijden. Meer informatie vindt u hier:  Gezag na overlijden
U kunt ook in een testament een voogdijbepaling opnemen. In een testament kunt u ook een bewindvoerder aanwijzen die tot een bepaalde leeftijd van het kind het beheer over het vermogen heeft.