Omgangsrecht voor biologische vader

26 oktober 2018

Omgangsrecht voor een biologische vader. Hoe zit het daarmee?
Omgang tussen ouder en kind is een mensenrecht. Maar hoe zit het met het omgangsrecht van een biologische vader, die het kind niet erkend heeft? Lange tijd is dit recht op omgang  gebaseerd op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het gaat dan om het begrip ‘family life’: de bescherming van het familie- en gezinsleven. Alleen als er family life is, kan er recht op omgang zijn. Dat is dan de eerste stap. Die omgang moet vervolgens ook nog in het belang van het kind zijn. Dat is de tweede stap.

Omgangsrecht biologische vader en family life?

Voor moeder en kind geldt dat er automatisch family life is. Heeft het kind ouders die met elkaar gehuwd zijn, dan is er tussen beide ouders en het kind ook family life.
Hetzelfde geldt voor ongehuwde ouders die in gezinsverband met het kind samenwonen.

De biologische vader die nooit met het kind heeft samengewoond, heeft echter niet automatisch family life met zijn kind. De volgende factoren zijn van belang bij de vraag of hij family life heeft: de relatie met de moeder, de contacten met het kind en de getoonde belangstelling voor het kind. Pas als uit deze feiten blijkt dat er family life is, is de eerste hindernis is genomen. Daarna is er de vraag of omgang ook in het belang van het kind is.

Private life naast family life

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in 2014 uitgemaakt dat er naast family life nog een andere mensenrecht is waaruit een recht op omgang kan volgen. Naast de bescherming van het gezinsleven is namelijk bescherming van het privéleven van de biologische vader als rechtsgrond voor omgang geaccepteerd. Voor de biologische vader die omgang wenst met zijn kind betekent dit een extra kans.

Altijd recht op omgang bij private life of family life?

Of er een omgangsregeling komt, hangt af van de vraag of die omgang in het belang van het kind is. De rechter die heeft vastgesteld dat er family life dan wel private life is tussen biologische vader en het kind zal vervolgens de vraag naar het belang van het kind moeten beantwoorden. Daarbij vraagt de rechter meestal een advies van de Raad voor de Kinderbescherming.

Voorbeeld van private life in de rechtspraak

Het Gerechtshof Amsterdam heeft in 2014 beslist in een zaak dat het biologisch ouderschap alléén niet voldoende is voor een beroep op de bescherming van privéleven. Er zijn extra omstandigheden nodig om te zeggen dat contact met het kind een belangrijk deel is van de identiteit van de biologische vader en daarmee van zijn privéleven.
In deze zaak vond de rechter dat er sprake was van private life, ondanks het feit dat de man nooit met moeder en kind had samengewoond en hij slechts zeer beperkt contact had gehad met het kind. Wat vond de rechter hierbij van belang?

Waarom private life?

Omstandigheden die een rol speelden in deze beslissing waren dat de vader rond het zesde jaar van het kind opnieuw contact had gezocht met de moeder en haar gevraagd had om een omgangsregeling. Bovendien bezocht de vader – met medeweten van de moeder – regelmatig voetbalwedstrijden van het kind. Ook mocht hij van de moeder cadeautjes kopen voor het kind, zonder dat hij overigens werkelijk contact had met het kind.
Het Hof oordeelde om deze redenen dat er een nauwe persoonlijke betrekking was: weliswaar niet tussen de vader en het kind, maar wel van de vader óp het kind, welke betrekking een belangrijk deel uitmaakte van de identiteit van de vader en daarmee van zijn privéleven. De vader werd daarom ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot omgang. Vervolgens diende de Raad voor de Kinderbescherming te onderzoeken of een omgangsregeling ook in het belang van het kind zou zijn.

Geen private life

In een volgende zaak werd geconcludeerd dat er geen sprake was van een te beschermen privéleven. In dit geval geen had de vader vanaf het begin gezegd dat hij het kind niet wenste en bovendien had hij de moeder regelmatig bedreigd. Het Hof overweegt: “Dat het kind een belangrijk deel betreft van de identiteit van de biologische vader kan uit de gedragingen van de vader voorafgaand aan de geboorte van het kind niet worden afgeleid en evenmin uit zijn gedragingen direct na de geboorte. De geuite bedreigingen wijzen niet op affectie, zorg en intrinsieke belangstelling voor het kind, hetgeen je zou mogen verwachten indien het kind daadwerkelijk een belangrijk deel zou betreffen van de identiteit van de man. Dat de houding van de man nadien jegens het kind is veranderd is het hof niet gebleken.”

Private life als criterium voor omgang

Private life biedt dus nu naast Family life een mogelijkheid voor biologische vaders  die omgang wensen met hun kind. De rechter zal daarbij feitelijke omstandigheden beoordelen. De geïnteresseerde vader die blijk geeft van een positieve houding ten opzichte van het kind, ook al is dat pas jaren na de geboorte, maakt een goede kans op omgang.

Verder praten over omgangsrecht? Neem hier contact met mij op.
Of bel: 030-207 7070